Richtlijnen voor veilig gebruik in gevaarlijke omstandigheden - HMT370EX

HMT370EX Installatie- en veiligheidshandleiding

Document code
M212306NL
Revision
B
Language
Nederlands
Product
HMT370EX
Document type
User guide

Onderdelenoverzicht HMT370EX-serie

Figuur 1. Overzicht HMT370EX-onderdelen

Transmitters van de HMT370EX-serie bestaan uit 3 hoofdonderdelen: de transmitterbehuizing, een verwijderbare probebehuizing en een probekop die rechtstreeks of met een kabel aan de probebehuizing is bevestigd. Figuur 1 toont de hoofdonderdelen.

1
Probekoppen (voor een beschrijvingen van de varianten, zie de HMT370EX User Guide)
1a
Probekopfilters
2
Probebehuizing
3
Transmitterbehuizing

De verschillende varianten van de probekop zijn ontworpen voor verschillende toepassingen en hebben hun eigen specificaties. Zorg ervoor dat de transmitterbehuizing, de probebehuizing en de probekop elk in een omgeving worden geplaatst die past bij de specificatie van het onderdeel. Zie voor de toegestane omgevingstemperatuurbereiken Tabel 1.

Tabel 1. Toegestane omgevingstemperatuurbereiken
Apparatuuronderdeel Toegestaan omgevingstemperatuurbereik
Transmitterbehuizing -40 °C tot +60 °C (-40 tot +140 °F)
Probebehuizing -40 °C tot +60 °C (-40 tot +140 °F)
Probekoppen HMP374, HMP375, HMP377 en HMP378

Temperatuurklasse T4:

-70 °C tot +120 °C (-94 tot +248 °F)

Temperatuurklasse T3:

-70 °C tot +180 °C (-94 tot +356 °F)

Probekop HMP371

Temperatuurklasse T4:

-40 °C tot +60 °C (-40 tot +140 °F)

Probekop HMP373

Temperatuurklasse T4:

Versie met rubberen kabel:

-40 °C tot +80 °C (-40 tot +176 °F)

FEP-kabelversie:

-40 °C tot +120 °C (-40 tot +248 °F)